In april 2017 gaf de gemeenteraad opdracht om de haalbaarheid van een ‘agro campus’ in Reusel Zuid te onderzoeken. Zo’n campus blijkt niet realistisch c.q. haalbaar. Vervolgens is de gemeentelijke organisatie met de voor dit onderzoek ingestelde werkgroepen (ambtenaren en talloze externe experts en betrokkenen) verder gaan praten over de toekomst van en de gewenste transitie in de intensieve dierhouderij. Wat mag wel en wat mag niet in het buitengebied in de toekomst? Een rijk pallet aan bevindingen is inmiddels toevertrouwd aan het papier. Het resultaat is o.a. een set van uitgangspunten die door de gemeenteraad is vastgesteld. Uitgangspunten voor een nieuwe toekomst voor ons buitengebied. Een ontwerp waarmee we zeker kunnen zijn van een fatsoenlijk leefklimaat voor onze inwoners in de toekomst, maar ook (afgebakende) ruimte voor agrarische ondernemers.
Reusel-de Mierden moet op het gebied van landbouw wat ons betreft een groene duurzame gemeente willen worden. Dit betekent:
– Bescherming van de volksgezondheid van onze inwoners
– Streven naar minimale overlast
– Oog voor duurzaam gebruik en beheer van land en water
– Een fatsoenlijk inkomen voor agrariërs
De gemeente maakt momenteel afspraken over waar in onze gemeente toekomst is voor intensieve veehouderij. Geen gemakkelijke opgave! Toch is dankzij veelvuldig overleg tussen vertegenwoordigers van gemeente, GGD, ZLTO, inwoners, veterinair experts e.d. een plan gekomen dat kansrijk is. Dit plan gaat uit van criteria waar een locatie aan moet voldoen om verder te mogen ontwikkelen of niet. Diverse criteria spelen hierbij een rol. Variërend van de afstand tussen de veehouderij en een woning tot verkeerskundige hinder in een kern of buurtschap.
Dinsdagavond besloten we in de gemeenteraad in te stemmen met dit voorstel dat leidt tot een nieuwe toekomst voor ons buitengebied. Dit gaat duidelijkheid scheppen voor iedereen! Niet alleen voor de veehouderij, ook voor ander ondernemers, belangenorganisaties en natuurlijk de inwoners. Sommige besluiten kunnen en zullen tot gevolg hebben dat niet iedere agrarische ondernemer onze besluiten met slingers en taart verwelkomt. Het zij zo. Voor ons was essentieel dat ontwikkeling alleen nog maar wordt toegestaan indien de veehouderij conform advies van de GGD een afstand van tenminste 250m tot woningen heeft maar óók t.o.v. een buurtschap/wijk/dorp om verkeerskundige hinder te voorkomen.
Lokaties die nu of in de toekomst een duidelijk knelpunt vormen verdienen meer en sneller aandacht en inzet naar een oplossing. Een oplossing waarbij transformatie naar bijv. wonen of recreatie de norm is.